AstronomieAntwoorden: Uit het Astronomisch Woordenboek

AstronomieAntwoorden
Uit het Astronomisch Woordenboek


[AA] [Woordenboek] [Antwoordenboek] [UniversumFamilieBoom] [Wetenschap] [Sterrenhemel] [Planeetstanden] [Reken] [Colofon]

\(\def\|{&}\)

Hieronder staat de beschrijving van het woord dat je opvroeg uit het astronomisch woordenboek.

de equinox

'e‧qui‧nox, meervoud equinoxen; aequatio = [Latijn] gelijk maken, nox = [Latijn] nacht

De equinox is

  1. het tijdstip waarop de Zon de hemelevenaar oversteekt. Dit wordt ook wel de nachtevening genoemd. Rond zo'n tijd zijn de dag en nacht overal op Aarde bijna even lang. Het begin van de (astronomische) seizoenen van lente en herfst worden door een equinox aangegeven (waar die seizoenen relevant zijn). Op het noordelijke halfrond begint de lente met de klimmende nachtevening (in maart in de Gregoriaanse kalender) en de herfst met de dalende nachtevening (in september). Op het zuidelijke halfrond begint de herfst met de klimmende nachtevening en de lente met de dalende nachtevening. Het begin van de andere seizoenen wordt bepaald door de zonnewendes.
  2. de plaats aan de hemelbol tussen de sterren waar de Zon is tijdens de klimmende nachtevening. Deze plek heet ook wel het lentepunt. In de equatoriale en eclipticale coördinatenstelsels heeft het lentepunt lengte- en breedtegraden gelijk aan nul.

    Vanwege de precessie van de equinoxen beweegt het lentepunt aan de hemelbol langzaam tussen de sterren door, en daarom dient men bij equatoriale en eclipticale coördinaten aan te geven ten opzichte van welke equinox de coördinaten gemeten zijn. Drie veelgebruikte equinoxen zijn die van 1950.0 (het begin van 1950), 2000.0 (het begin van 2000), en "van de datum" oftewel van dezelfde datum waarvoor de coördinaten geldig zijn.