\(\def\|{&}\)
Hieronder staat de beschrijving van het woord dat je opvroeg uit het astronomisch woordenboek.
syn‧'o‧disch; sunodos = [Grieks] ontmoeting, van sun = [Grieks] samen, hodos = [Grieks] weg (straat)
Een synodische periode is de periode waarna de onderlinge verschijnselen van twee hemellichamen zich herhalen. Als er slechts één hemellichaam genoemd wordt, dan bedoelt men de synodische periode van dat hemellichaam ten opzichte van (of gezien vanaf) de Aarde.
Na een synodische maand heeft de Maan weer dezelfde maanstand (bijvoorbeeld volle maan) bereikt. De tijd tussen twee opposities of (gelijksoortige) conjuncties van een planeet is de synodische periode van die planeet. Na die tijd heeft de Aarde de planeet weer ingehaald in zijn baan rond de Zon (of de planeet de Aarde). De tijd waarna een bepaalde zonnevlek naar dezelfde plek op de zonneschijf terugkeert is de synodische rotatieperiode van de Zon (maar die is niet overal op de Zon hetzelfde, vanwege differentiële rotatie).
De synodische perioden van de planeten zijn, afgerond naar hele dagen: Mercurius 116, Venus 584, Mars 780, Jupiter 399, Saturnus 378, Uranus 370, Neptunus 367, Pluto (momenteel) 367. Bereken deze zelf.
Perioden gemeten ten opzichte van de sterren worden siderisch genoemd.